DE DORPELIN-
gen kwam telkens de vraag op, wat de caféhouders bezielde. Ongeveer dezelfde vraag stelde Alfred zich herhaaldelijk. Een portret was voor veel mensen inderdaad iets dat hun even dierbaar werd als een schepsel van vlees en bloed. Alfred kon dat wel begrijpen, al sprak het hem niet erg aan.
Wat hem zelf betrof had hij de moeilijk te rechtvaardigen en hem weerzin inboezemende gedachte dat zijn band met het oude echtpaar hoe langer hoe hechter werd. Hij deed daar geen moeite voor, het gebeurde vanzelf. De vrouw daarentegen deed haar uiterste best om hem met kleinigheden en soms zelfs met niet zulke heel kleine dingen te verrassen.
Maar nu had de vrouw een bijzondere verrassing voor hem, een fonkelnieuwe badkamer. De inrichting daarvan was weliswaar niet voor Alfred geheel verborgen gebleven, maar hij lette zo weinig op dergelijke dingen dat ze hem volkomen konden ontgaan, hetgeen ook met die badkamer het geval was geweest.
— 31 —