en ongebaande wegen van leven.
O liefde die is leven Hart van den mensch, die zich voorbij zijn grens wil overgeven.
Vuurwaaiers van droomen, wegruischend in stroomen van goud en zwart.
Het wereldhart hangt uit te stroomen van mensch tot mensch, het diepe, zoete weten, het moeten overgeven der eenzaamheid.
Beier de klokken der eeuwigheid, schud aan de hooge luchten, dat zij als boomen hun vruchten zamelen aan den grond.
Open uw reikenden mond.
Leven vermoeit
in uw lichaam en bloeit
weg naar den dood,
86