Het lied van de olifant

Titel
Het lied van de olifant

Jaar
1958

Overig
poezie

Pagina's
33



Zij tuften sneller dan een spoor de fel geschonden straten door.

Het zijspan hobbelde geducht, want daarin zat alleen maar lucht.

De olifant, nog steeds op pad, verliet gezwind de havenstad en liep, bij wijs van afscheidsgroet, een kraam met zuur onder de voet.

Rolmopsen en augurken joegen, als deden zij 5t voor hun genoegen, heel sierlijk, in een grote boog, achter de olifant omhoog.

Door dit geweldig avontuur werd ook de burgemeester zuur, die eensklaps naar het staarteind griste en daarbij slechts een rolmops viste.

Des koopmans hart leed felle pijn, toen, opstaand uit een plas azijn, hij zijn vernielde kraam aanschouwde, die hij met eigen handen bouwde.

Weg, weg was nu zijn hele zaak!

Hij nam het woord en eiste wraak.

De burgemeester sprak verslagen:

„Ik zal hem voor de rechtbank dagen.55

Juist greep hij naar het wetboek, dat hij altijd in zijn jaszak had, toen hij de motorfiets ontwaarde met twee agenten, sterk als paarden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.