Het lied van de olifant

Titel
Het lied van de olifant

Jaar
1958

Overig
poezie

Pagina's
33



Hij wist wel, dat het hoofd der stad daar achter aan het staarteind zat, maar hem kon slechts datgene raken, wat met een dikhuid had te maken.

De stadspolitie echter meende, dat ’t zich niet met haar eer vereende, als men de hoogste magistraat zo nonchalant trok langs de straat.

De commissaris, woedend, brulde, dat hij zo’n schande niet kon dulden, en wierp zijn jas tegen de grond, daar hij in ’t zweet te baden stond.

Men ging zich er op voorbereiden, dat hij op slag zou overlijden bij de vervulling van zijn plicht, zo giftig paars werd zijn gezicht.

Maar een geneesheer, snel ontboden, sprak: „Deze is nog lang geen dode, hij kan hier nog wel twintig jaren de orde en het recht bewaren!”

De commissaris, die dat woord met veel genoegen heeft gehoord, zei: „Haal de burgemeester hier en arresteer dat wilde dier!”

Twee brigadiers, zo sterk als paarden en vol bewustzijn van hun waarde, zwaaiden nu hun gekaplaarsd been over een motorrijwiel heen.

20

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.