dat Dries weldra een echte leidende functie in het bedrijf zou vervullen. Dan zou hij spoedig heelemaal van haar zijn. Want waarvoor zouden ze lang behoeven te wachten?
Dries raadde het meeste van wat Louise bepeinsde. O, hij was vroolijk genoeg, toen hij afscheid van haar nam. Kuste haar toen zij in de portiek van haar woning stonden, zooals hij haar nu reeds vele malen had gekust. Maar terwijl hij naar huis ging, doesde het geliefde refrein door zijn hoofd:
— Het leven is rotzooi!
Tezelfder tijd zat Louise, verrukt droo-mend, op den rand van haar bed.
Alberts mocht dan al slecht hebben geslapen, zijn huisgenoot en merkten dien Zondag niets bijzonders aan hem. Het gezin verlummelde den Zondagochtend zooals gewoonlijk. ’s Middags ging Toosje met een vriendin naar den bioscoop en Alberts’ broer en schoonzuster kwamen
7 97