Figuren in het zand

Titel
Figuren in het zand

Jaar
1939

Overig
roman

Pagina's
151



’s Zaterdagavonds zou het geopend worden, 's Donderdags moesten de filiaalhouders erin trekken. Maar de jonge kerel, van wien Dirk al zijn duizend gulden borgstelling had ontvangen, beging de onhandigheid den avond voor hij den winkel zou betrekken, den kraaienmarsch te blazen. Zijn vrouw, in tranen, belde Dirk in zijn woning op. Haar man had een benauwdheid gekregen en in den tijd van een half uur was-ie den weg naar de zalige jachtvelden opgegaan.

— Arme vrouw, dacht Dirk, toen hij den hoorn neerlegde. Maar verdomd! dat was een leelijk geval. Daar zat-ie nou met z'n gebakken peren.

Groote zakenlui hebben echter altijd lumineuze invallen. Zoo ook Dirk. Hij had nog geen vijf minuten zitten prakkizeeren, of hij nam de telefoon alweer van den haak en draaide het nummer van zijn ouderlijk huis.

— Hallo! Dag vader. Is Dries thuis?

— Nee, ik geloof, dat-ie net is weggegaan. Maar ik zal even kijken.

Dirk vloekte. Dien kerel kon je nooit te






7°

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.