Het was pas omstreeks dien tijd, dat zijn ouders, broers en zusters, Dries met andere oogen gingen bezien. Hij week in type iets van hen allen af. Misschien was het zijn gemakkelijkere jeugd, misschien de H.B.S.-studie. Maar Dries had ongetwijfeld een zekere verfijning in zijn uiterlijk, die verscheidene jaren van welstand aan Dirk noch aan een der anderen hadden geschonken. De jongste telg had zachte, donkerblonde haren, terwijl alle anderen weerbarstige, lichtblonde lokken bezaten. Dries had een ietwat droomerige gelaatsuitdrukking, in tegenstelling met de hoekige, proletarische koppen van zijn bloedverwanten.
Toen Dries het H.B.S.-diploma had behaald, was er natuurlijk groot feest in het gezin geweest. Eenige dagen later mocht hij een fuif geven, uitsluitend ten gerieve van de klassegenooten, die tegelijk met hem waren geslaagd. Een der jongens die nog
nooit bij Dries te gast was geweest
merkte op, dat zijn ouders en zuster, die de kinderen hadden ontvangen, er zoo heel anders uitzagen dan Dries. — Hoe be
■v
21