Drie weken
Drie weken Delft. De kop der karavaan schuift reeds de einder binnen en verbleekt tot mist terwijl de hemel hier in grachtwater zijn ogen openhoudt en mensen met handen die langzaam bevriezen elkander warmte trachten aan te doen.
Drie weken Delft. Mijn kamer is nog hol van onbegrip en met de avond staat elke muur op dodenwacht.
Ik zeg mijzelf de woorden voor
die hen tot trillen moeten brengen. Buiten
wisselen stemmen hun laatste geluid;
samenspraak tussen vreemden, reisgenoten
langs wegen waar de naakte arm
van alle richtingborden steeds
een en dezelfde verte wijst.