Avondkoelte
Avondkoelte waarin bloed bestorven is. Ik denk aan u allen.
Gij zijt zovelen en zo ver.
Hoe zwaar is deze stilte die horen en zien vernietigt.
Weer doe ik de tweehonderd stappen naar een zee die niets meer uitspreekt en keer terug, een kleine wolk in de grote wolk van het donker.
30