Nachtblauw

Titel
Nachtblauw

Jaar
1987

Overig
poezie

Pagina's
56



Reis

Levenden overal.

De aarde wemelt.

Ik ijl van noord naar zuid, van grijs naar blauw.

Wiekende naar houvast tuimel ik door het licht. Ogen en sterren schieten blindelings voorbij.

Als ik beneden lig houd ik in mijn geschroeide vingers de flarden aarde die ik heb aangeklampt.

Vol kneuzingen, vol hemel, voel ik de ruimte nog trillen tot in haar grond.

Schepselen stromen toe en spreken namen uit die in het open blauw omtrekken doen ontstaan.

17

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.