VOOR HET NOODWEER
Links en rechts verzamelen de kimmen noodweer.Wij bewegen in een streep zilver die tot poolijs gaat verglimmen. Reeds neemt ons de koude in haar greep.
Wij bestrijken nog eenmaal de dingen met een blik die heilig spreken moet, eer de ramp die naar ons op komt dringen doodsangst uitzaait in ons bloed.
En wij leggen op het warme leven onzer kinderen een smalle hand die zichzelf de pijn niet kan vergeven der ontroering die haar overmant.