HERFST
Windvlagen met het hees geluid der herfstigheid belegeren de stilte, zij slepen vaandels langs de vloer der aarde, zij slaan met grote handen in de bomen, zij zetten hun schouders onder de zee.
En alle ramen waar de tijd door uitziet zijn met het licht des ouderdoms bespannen, een zilveren vlies van vermoeidheid en weemoed, dat hun een innerlijke glans verleent.
85