WOLKEN
Dat ik u liefheb en niet meer bereik.
Overal stilten die elkaar ontmoeten en wolken langzaam lopende in stoeten als rouwbedrijvenden achter een lijk.
De bronzen klokslag van uw naam dreef weg naar ondergangen, nooit te achterhalen, hoewel ik steeds weer door de nacht moet dwalen en met verloren stem uw leven zeg.
In elke spiegel, elke steen
gaan mij de vlammen van uw ogen open.
Ik zelf schud een hardnekkig neen tegen de wanhoop van dit hopen en wend mij af en zie de wolken lopen als schimmen achter schimmen heen.
45