Verloren droomen

Titel
Verloren droomen

Jaar
1939

Overig
poezie

Pagina's
92



DE OUDE MOLEN

In den polder, tusschen weidevlakken, in de roerlooze gestrektheid van het land, staat de oude molen te verzakken.

Eén wiek wijst nog als een gave hand naar den hemel, maar de ander kruimde weg onder den last van weer en wind, zijn verminkt karkas zwaait door de ruimte als een doode die geen rustplaats vindt en nu eeuwig tusschen lucht en aarde hangen moet en er komt geen respijt, tot een stomme kreet, een onverklaarde uitspraak werd hij van de eeuwigheid.

De hemelen spannen hun gewelven, de wolken pluimen en verzwerven, de molen wankelt in den wind, zichzelven vergeten staat hij droomloos weg te sterven.

Zijn lichaam scheurt en door de kieren

woekert de nacht;

vlagen als hongerige gieren

bespringen hem; hij huivert slechts en wacht,

zonder te weten wat hem is beschoren,

zonder te hunkeren of te rouwen;

den hemel zal hij niet behooren

en op de aard niet kunnen bouwen.

56

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.