DROOMLOOS GELUK
Het angstige, het droomlooze geluk: er is een dag van nieuwe zon geboren, de kinderen zijn in hun spel verloren, ik tel den rijkdom niet meer, die ik pluk.
Het kan niet langer zijn gelijk tevoren, er kwamen stemmen en zij braken stuk er klonken liederen, een zacht geluk, dat op wou stijgen naar de engelkoren.
Hemelsche droomen en nochtans de wijs, die tusschen zon en kinderen wil spelen. Ik weet, dat ik dit angstige moet heelen en zoek de grenzen van het paradijs.
l7