OMARMING
Armen zijn het niet die mij omarmen, er kruipt leegte om mijn borst bijeen, stilte die zich aandrukt en mijn slaap openschuurt totdat ik schreeuwen ga tegen de pijn in van het niets, tegen de vlam van een afwezigheid die mijn longen binnendringt en eindelijk rondrent in mijn lichaam, waanzin die haar bezetenheid niet bot kan vieren, leegte in leegte onder de hemel, onder de deken van de angst die mij verstikt.