NACHTRIT
Bergen met witte huiden, kudden besneeuwde mastodonten, staan op de ribben van de horizonten vastgevroren, houden het zuiden hun logge ruggen voor en blijven achter in de gapende nacht. Wij rijden maanlicht binnen, Middellandse Zee.
De hemel daalt. Herfstige bomen slapen in hun takken. Wij rijden dieper en dieper, tot het water aan de lippen komt en spatten zilver in onze ogen blijven staan.