ofschoon het duizendmaal haar heeft verstoten, bsspot, gehoond, met gif van haat besmet; maar dit geweld van liefde, deze grote barmhartigheid erkent slechts eigen wet die staat gelijk een brug van licht geslagen over de afgronden der razernij, zij kent geen duisternis, slechts eeuwig dagen, haar is altijd Gods Koninkrijk nabij.
En op die dag, wanneer kanonnen zwijgen, de doden stil zijn in een stil heelal, zien wij opnieuw die gouden klaarte stijgen, die tot het eind der tijden duren zal.
Europa zal haar krachten weer ontvouwen en — God weet — hen in waanzin weer verdoen, de stilte zal haar tempel blijven bouwen, gelijk een onbenaderbaar visioen.
Daar blijft dan voor den mens geen woord te spreken, alleen te werken en soms stil te staan: of de gena ook in hem door wil breken, of hij de stilte door zich heen voelt gaan, als kwam een zee zijn lichaam binnenstromen en vloeide weg en liet hem gans vervuld van licht en onuitsprekelijke dromen. —
God schenke ons vertrouwen en geduld.
26