lijnen van zijn ondergrondse te volgen. Daarna ging hij weer aan zijn bureau zitten en zocht, in afwachting van nadere berichten uit de buitenwereld, een nieuw idee. Schoenzolen, jaskraag, insigne, wandelstok - daarmee konden de mogelijkheden niet uitgeput zijn.
Hij dacht aan een vlag die het begrip 'morgen’ op welsprekende wijze zou vertolken. Zo’n vlag was te ontwerpen, het ontbrak hem niet aan fantasie. Maar hij kon de bezwaren tegen het voeren van zo’n dundoek in dit dorp dadelijk zonder haperen opsommen. Ten eerste, alweer, de zeewind, die van een permanent uitgestoken vlag in korte tijd een rafelig vod maakte. Ten tweede: als hij alleen op nationale feestdagen die vlag uitstak, kwam hij in moeilijkheden, doordat hij zich dan als een onbetrouwbaar vaderlander aan de kaak stelde, wat hij als ambtenaar niet mocht riskeren. Ten derde: vlag en ridderorde behoorden tot een zelfde categorie. Zonder overleg met Mr. Van der Beek kon de vlag niet worden vastgesteld. Ook wat dit aanging, zou hij moeten wachten.
Koch zou het nog moeilijker hebben gekregen dan hij het reeds had, indien hij niet een vondst had gedaan die hem over het dieptepunt heen hielp. Tijdens zijn vele besluiteloze rondwandelingen en speurtochten in zijn werkkamer stiet hij op een doos met het opschrift 'drukkerij’, een woord dat wel wat gewichtig klonk, maar toch niet misplaatst was, daar het een speelgoeddrukkerijtje aanduidde. Koch had het indertijd niet als speelgoed, maar met een serieus doel gekocht, en wel om onder het correctiewerk dat hij van school mee naar huis nam, het woord 'gecorrigeerd’ te kunnen stempelen. Dit woord stond nog steeds in het stempel. Hij gebruikte het nooit meer, sinds hij al zijn beroepsbezigheden op school verrichtte om zijn vrije tijd geheel aan de grote zaak te
63