de tijden Iaat geschieden en de volken de weg der ongerechtigheid begaan; zijn hoofd verscheen tussen de wolken en huiverende heeft hij stilgestaan;
en dan opeens, als een lawine,
zijn woorden op de aarde neergestort,
maar reeds geweend, omdat het ongeziene
voor mensenogen nooit aanschouwbaar wordt;
omdat toch altijd moet gekruisigd worden,
wat boven menselijke macht,
boven het blinde woeden van de horden
tot eeuwigheid te rijpen tracht.
Maar toen hij, door de beulen weggesleurd, met dichte ogen in de hemel schouwde, zag hij de wereld door het licht gekleurd, dat achter Golgotha zijn tempel bouwde; en toen de aard zijn lichaam tot zich nam, verhief het vaandel der gerechtigheid zich als een donkerrode vlam, die alle hemelen doorsplijt; en waar zijn beenderen verteerden, daar was het, dat een volk in opstand kwam en tot de zin der schepping wederkeerde.
In Memoriam Kaj Munk
33