VISIOEN
Nog wordt het dag rondom mijn ogen en heel de wereld waait mij aan op morgenwinden die de bogen der hemelen zijn doorgevlogen waarin uw leven is vergaan.
Nimmer aanvaardt mijn wezen meer een stilte waarin gij niet zijt begrepen met uw eeuwigheid.
Nimmer valt er een vogel neer,
die niet uw stomme doodsangst schreit.
De morgen kan zijn blinkend wit niet van uw donkerheid ontdoen.
O duisternis die mij bezit gelijk een grenzenloos visioen binnen het sterfelijk seizoen.