ACHTSTE HOOFDSTUK
De belevenissen gedurende de weinige dagen, die hij tot dusver in Eelstwoude had doorgebracht, betekenden heel veel voor Hans. Hij had al eerder het gevoel gehad, dat hij op een keerpunt in zijn leven was aangekomen, maar nooit zo sterk als deze zaterdagochtend, nu hij zich gereedmaakte om het beloofde bezoek aan de rentmeester Van der Pek te brengen. Hij kon dit gevoel onmogelijk verklaren. De kennismaking met dit dorp, de ontmoeting met verschillende mensen hier, het onderzoek naar de verdwenen tante — het had alles diepe indruk op hem gemaakt, misschien meer dan men redelijkerwijze kon verwachten. Op de keper beschouwd althans was hij nog niet verder gekomen dan op het ogenblik, waarop hij zijn eerste schreden in Eelstwoude had gedaan. Hij was nog een pas afgestudeerde, met vage ideeën over zijn toekomst en even vage gevoelens van onlust, wanneer hij aan het verleden dacht.
Hij had niet veel zin in het bezoek aan de rentmeester. De man zou hem misschien aardige oude gegevens kunnen laten zien, maar met zijn tante zouden deze niets te maken hebben. Aan de andere kant voelde hij er echter wel iets voor, een bezoek aan het landgoed van baron Waelen-burgh te brengen. Het was prettig wandelweer, veel koeler dan de afgelopen dagen. Reeds toen hij wakker werd,
96