Scheiden moeten en niet kunnen scheiden te zeer is elk bestaan bezwaard, te weinig kan het hier doorlijden, tenzij het iets van voor de tijden binnen zijn eenzaamheid bewaart.
Afscheid nemen en altijd weten dat ieder afscheid zich herhaalt, dat alles wat men heeft bezeten niet sterven kan, een onvergeten verlangen, dat richtingloos dwaalt.
En toch heb je het uitgesproken, terwijl de zee te zwijgen ging.
Wij moesten verder. Ongebroken heerste de stilte. Reeds ontloken de tranen der herinnering.