Toeschouwer
Dorpen, naamloos geworden.
Ik loop door as
die opwolkt naar mijn ogen
en hoor wat niet meer wordt gezegd.
In de huizen, in kamers vol oud licht, is de tijd onbeweeglijk geworden.
Ik raak de grenzen van de ruimte, toeschouwer zonder voor- of achterland.
15