Bemin de mens
Haal met de morgen het geluk
twee ogen binnen en bemin de mens
die slechts verliezen kan, het kwetsbare insekt,
drijvend op de vleugels van geboorte
en dood.
De lucht is hoog, in dalen houdt de dag de armen voor de borst gekruist, stemmen bestijgen alle treden van het licht en zweven weg.
Wie met zijn hoofd de klanken na wil gaan, wordt tot een wolk, eenzelvig vaart zijn leven langs de banen van half herkenbare gedachten.
Zonder gestalte rust hij in zichzelf, een vlaag vergetelheid, een zucht van schroom en liefde.
69