Maaltijd
Voor het raam. De tafel is beladen met zeelicht. Vier lichamen, uitgespaard in het wit, communiceren met de stilte die spijs wordt in hun mond.
De hand die door de dag reikt, de keel die adem inlijft, kennen geen vrees. Alleen de ogen, weerloos voor het blinkend raam, leiden een ingekeerd bestaan.