Bij brood alleen

Titel
Bij brood alleen

Jaar
1980

Overig
poezie

Pagina's
57



ACHTER DE BOOMGRENS

Waar de zee begint, aan het voeteneinde van de aarde, voorbij de laatste steigering der bergen, achter de boomgrens van de wind.

Mijn oren nog vol fluisterende wolken, sta ik op een richel van de hemel, huiverend wezen zonder vleugels.

Met grijpende leden de afgrond in, een slingeraap, een kronkelworm.

Angst bloedt door mijn huid.

Golven dreunen in mijn slapen.

Terwijl ik schilfers van mijn lippen schraap, ruik ik het zout en rot die het gebeente der rotsen aanknagen, het slijm dat in de kreken woelt.

Door vogeldrek, wieren en schelpen wring ik mij verder en verder over de drempel van het continent.

36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.