Jeugdherinneringen

JNDER meerdere geneugten mijner jeugd 1 waren mijn verjaardag, de verjaarpartij ivan het Hoofd der school, het kinder-|bal in het „Park” ideale. . . . St. Nico-

____[laas echter, die gelukkige tijd, was wel

het toppunt. St. Nicolaastijd waarin je, al van je zesde jaar, zelf mocht beschikken, zelf mocht geven en niet geven, iets mocht geheimhouden tegenover menschen die boven je stonden, kortom een tijd, waarin je. . mocht, waarin je een persoonlijkheid waart... hij was onuitsprekelijk prettig voor een zelfstandig kind als ik was. Ik had nog maar drie jaar dat genot innig gewaardeerd en... . plotseling werd het me ontnomen.

Toen ik veertien dagen vóór St. Nicolaas uit school kwam, wachtte Moeder me bij de deur af. Heel geheimzinnig doende, nam ze me onder den arm, en fluisterde (om het effect te verhoogen) me in het oor ,,ik heb vanmiddag een mooie doos papier gekocht, die je de klassejuffrouw den dag van strooiavond mag geven, je. . . . maar zonder haar te laten verder spreken, riep ik hartstochtelijk uit: ,,Nce Maatje, dat hoef ik niet, dat doe ik niet, dat wil ik niet, dat kan ik niet” en barstte in huilen uit; waarop Moeder onmiddellijk beval: „kalm, wat ik wil, dat hoef je, dat kun je, dat zul je doen.”

Moeder was voor hare kinderen streng en... . teeder, zorgzaam.... en ze liet ze veel vrijheid, hield daarbij rekening met ieders neigingen en bij mij vooral met mijne neiging geheel zelfstandig te willen handelen, wat toch niet toelaatbaar is bij