Ontwaking en De gelofte

Zullen op maat hun water krijgen,

En niet het land en niet het gras,

Gewas noch beest, om water hijgen;.

Dan zal.....dan zal!

Ik zal je motortje probeeren,

En als de koeien ooit weer valsch Voor droogen greppel staan te krijten,

Dan spring ik op der grootste hals,

Om jou je snorkerij te kwijten.

Dan krijg je drommels op je- kop,

Nu weten wij ’t, de zon drinkt op.

Maar als jij water ons belooft ....

Je plichten doet ge blij en goed,

Zijn eer is ’t, dat hij werkt, gelooft.

Hij zoekt voor allen kracht ten goede Hoort mijne mans, wordt nimmer moede,

Uw eer zij dit, der menschen plicht,

Te zoeken ’t goede voor elkaar;

Luister, Luister wat is dat daar? . ..

Hoorngeschal, ver weg eerst. Hoorngeschal, nadert.

Lied achter. (Zwak, luider, luid, afstervend.)

Soldaten op!

Uw Heer gediend,

Marcheeren! Marcheeren!

Soldaten op, Uw Heer gediend,

Marcheeren! Marcheeren!

(Trommelslag.)

16