DE KOPERSLAGER.
Hok hamer, hok hamer hok hamer Rikketik!
De oude kopersmid die slaat
aan ’t oude aanbeeld waar hij staat: hok hamer! hok hamer Rikketik!
Zijn donkre kuil zijn roode lamp de grijze kop erneven
die lijken daar wel zoo gezet
voor straat, gebuur tot eeuwge wet, altijd die lamp altijd die slag Hok Hamer,
Rikketik.
33