£l ’t schiettuig en het scherpste schroot viert toe viert aan,
wij zullen hen ramijen gaan!
De roode harten branden goud, de zwarte muilen stooten stout hun zwaren adem naar omhoog, en hoog tintelt een roode oog, jaagt voort jaagt voort
gij roode bent, aan 't roode boord!
Ziet hoe de zware rompen glijden, de scherpe vinnen haastig snijden het water. Ziet hoe ze wieken, vogels, snel, wat vogel achterhaalt hen wel?
't gaat aan,
't gaat aan,
zij gaan de moordersbent verslaan.