Een bonte vlucht

Titel
Een bonte vlucht

Jaar
1911

Overig
Verzen

Pagina's
88



Daar zong mijn stemme ijl en fijn een liedje dat ik slechts verstond, daar schreide uit mijn kleine mond de blijde kinderzange mijn.

Moeder, hoe het toen zomer was____

de hooge zonnebloem staat goud en goud beblaard het ranke hout en bloem en bloem verduikt het, gras.

De klankjes sluiken naar den tuin wie weet hoe ver de wind wel gaat misschien zij u wel wekken gaat waar gij nog onder ’t puin

de blonde hemdkens, eindloos, naait de strookkens past, de spelden steekt — de traan wegduwt die schuchter leekt en ’t rappe wielken draait.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.