Mooi kind, hoe het toen zomer was! de hooge zonnebloem stond goud en goud beblaard het ranke hout en bloem en bloem verdook het gras.
Toen zong je stemme ijl en fijn met roode mondje, uitverkoren, een zangring liedje in mijn ooren een oude kinderzange mijn.
De'klankjes sloken naar den tuin en stoeiden daar een dansemaat rond vlinderkens met zongelaat en bijtjes goud en bruin.