RUST ZACHT.
Rust zacht
en slaap, uw zachte slaap, heb, lieve, stille vrede.
't Js nu zoo droef en stil in mij wijl ’k enkel om mijzelve schrei, voor u niet storten kan een bede.
Verlangen naar den ouden tijd is ’t, wat mij zoo de ziel doorsnijdt, was ’t toen, ’k zou zijn gegleden