Gewijde liederen

Titel
Gewijde liederen

Jaar
1926

Pagina's
64



Ik leg mijn dorre handen stil ineene ik prijs Jehova, zacht, Uw grooten naam, ik zocht mijn spijs langs akkeren en steenen, toch dank ik, dat ik stem mocht zijn, ter Uwer grooter faam.

En ’t grauwe hoofd leg ik op ’t steenbed neer en druk tezaam mijn open grauwe wonden: ik dank! ik lofprijs U mijn Schepper, Heil en Heer dat ik U eeren mocht door al mijn zwartste stonden.

60

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.