Zijne Almacht gaf Israël 't eeuwig bestaan door lichtende woorden en wetten verbonden; Zijn Israël tot ’t Eeuwige Heil zal opgaan gereinigd, gelouterd van smetten en zonden.
Zoo hebben de woorden op Sinaï gesproken in 't vuurlicht, de Englen en Hemeltongen; zoo is 't voor ons Volk als ’n lelie ontloken, de zangen door Wijzen en David gezongen.
11