N ACHTLAIN EN
Nu zacht de oogen dicht gedaan het lichaam recht en sluimren gaan.
Wij hebben stil ’t gebed gezegd dat gij Hoogheerlijk en gerecht ons, tot Uw dienste hebt geschapen.
Dat wij, al lichaam en al ziel ons leven, ’t lot dat ons toeviel tot Uw verheerlijking en wapen meedragen zouden in den slaap en al de lichte dagenstonden.
46