En zij hoorden de machtige stem en de sjopharroep en zij beefden; doch 'n wolk bleef voor hunne oogen en zij zagen niet.
Vanaf dien dag zijt ge ons genadig geweest in Uwe leer
en hebben wij, als de nachtegalen in Lente hun zang, uw woorden uitgedragen over de wereld
en de wereldvolkeren daarmee gezuiverd
en de harten naar Uw wetten omgebogen.
Als wij weer onze eerstelingen brengen
van vee en vrucht en veld, dan zal het Englenlied juichen door de hemelen, en de bazuin van Sinaï looft den schenker.
Heer en Gever, Koning der Wet.
21