68
JEAN JAURES
Hij die den vrede wilde is in den strijd gevallen, de kogel van ’n laffen moorder doodde, zijn vijanden voor 't felle oog te bloode zonden in nacht een hunner veile vazallen.
En waar de werkers wonen zal de noodroep
schallen:
„weet gij, Jean- Jaurès is neergeschoten, de vredemond is voor altijd gesloten, wie zal nu schoudren taak die met hem is
gevallen ?”
Hij was zoo moedig als stormgedreven- vuur, hij was1 zoo wetend als zonlicht weet, hij was zoo zuiver als de morgen is.
Wij allen nijgen nu in eigen droefenis: dat gij gingt, Meester, maakt grooter nog ons
leed:
verloomer zijn wij nu nog, meester, door uw
stervensuur.