MEI 1915
Hier liggen mijn zonen die ’t leven droegen tot Hekatomben van dorrend vleesch.
Zij groeven de mijnen, zij dreven de ploegen, zij maakten dat wereld schoonbloeiende rees.
Nu liggen de armen langs velden en wegen in drek en vuil en gaan teniet.
En met hun neergaan de zangen zwegen, het wellende zwellende maatschapslied.
Moeders in sterven en niet meer klagen die zijn nu als zaaisel op aard, overal.
De vrouwen die ’t wachten niet kunnen verdragen die wachten haar eigen harer kinderen val.
Nu zijn de banieren, de roode, genegen, die trotschten de zon en het sterkste geweld.
5
Zangen van Hoop