Zangen van hoop

Titel
Zangen van hoop

Jaar
1919

Overig
Gedichten

Pagina's
106



10

OP MEI

Een tuil roode bloemen ’n zonstralend agaat een beker zonliefde als je leerlijk gelaat.

Leg ik nu in de zon in de zon vaii den Mei en als het kon, lief, lei mijn hart erbij.

Het klopt in mijn borst en het doet mij pijn, wijl het zoo naar d dorst en niet bij u mag zijn.

De maats en hun vrouw die keken mij aan, die begrepen heel gauw waar ik wilde gaan.

En geen heeft een groet met den mond gesproken: in hun oog floerste gloed en hun woord was gebroken.

Een oud moedertje boog zich voorover en sprak „God zegen je, kind, wat een prachtige tak.”

Toen ben ik geweken en liet hen staan, en ben op mijn dag naar je henengegaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.