Westerbork en een vraaggesprek met zijn Commandant Gemmecke in 1948

op jong, ten aanschotiwe van hun medegevangenen, mannen, vrouwen, meisjes en jongens.

55.    Wist U niet, dat van deze kampen mensen zijn doorgestuurd en gedood?

Deze vraag wordt in samenhang gebracht met de volgende.

56.    Wanneer U niet wist dat de Joden gedood werden, waar dacht U dan dat al die millioenen Joden, die zijn doorgestuurd zich zouden ophouden?

„Ik stelde mij voor, dat deze mensen zich in een „Riesen-Lager” bevonden en daar werkten in de textiel- en leerindustrie.” „Al die millioenen mensen?” „Neen, ik meende dat er in totaal één millioen in de kampen was opgeborgen, die ik ongeveer als volgt splitste: 100.000 uit Holland, 250.000 uit Frankrijk en uit België iets meer dan uit Holland; in totaal schatte ik ze op 1 millioen.”

„En die millioenen Joden in Polen dan? Meende U, dat die daar rustig mochten blijven wonen?” „Neen, volgens mij woonden dezen in „verschiedenen Stadten ausserhalh Warschau und im Ghetto Warschau’s.” „Maar wist U dan niet dat Warschau vernield was en de Joden ook vandaar verdreven zijn?” Hij houdt vol, dat hij de mening was toegedaan, dat de Joden rondom Warschau waren ondergehracht. Het heeft geen zin om verder hierop door te gaan.

57.    Eind 1943 hebt V alle geesteszieken op transport gesteld. in goederenwagons, zonder verplegend personeel, eten of drinken, (het z.g. „griezeltransport”). De wagons waren geplombeerd en onder de zieken bevonden zich zeer zware gevallen. Was II de mening toegedaan, dat deze zonder meer zouden aankomen?

Ik lees hem dan een passage voor uit mijn dagboek, blz. 100:

„Broeder ........., die al meer dan een jaar hier is, vertelt

„me, wat hij alzo met Gemmecke heeft meegemaakt. Eind „1943 heeft hij alle geesteszieken op transport gesteld in goederenwagons, zonder verplegend personeel, eten of drinken. De

23