Jacob Hiegentlich behoort tot de Nederlandse schrijvers die in de eerste oorlogsweek afstand hebben gedaan van het leven* Op de avond van de 14de Mei, toen de barbaarse verwoesting van Rotterdam het lot van ons land bezegelde, nam hij vergif in* Enkele dagen bracht hij nog in bewusteloze toestand door, tot hij op Zaterdag 18 Mei 1940 in het Wilhel-minagasthuis te Amsterdam overleed* Hij was slechts 33 jaar oud geworden*
Velen die Hiegentlich gekend hebben, zullen hem zich gaarne herinneren: Jaap, later Jacob, met de zangerigheid van het Limburgs in zijn stem, die ook hierdoor een warme klank bezat* Hij kenmerkte zich door grote levendigheid, zowel in zijn spreken als in zijn bewegingen* Een zekere zwier in zijn kleding, een velouren hoed, een bijzondere das, zijn rotting, de bloem in het knoopsgat, schonken hem een artistiek voorkomen* De mond met de zware lippen overheerste sterk in zijn gezicht, maar de tinteling van zijn heldere ogen achter de grote bril vormde een spiritueel tegenwicht, evenals het hoge voorhoofd met het blonde haar. Hoe gul en opgewekt kon hij zijn vrienden bij een bezoek tegemoet treden! Urenlang met hen spreken over dichters en schrijvers, over de politieke stromingen en de Joodse problemen, — het was de lust van zijn leven! Hij toonde zich goedhartig van aard en bezat een spontane vriendelijkheid, die velen onmiddellijk voor hem innam* Toch kon hij zich door de felheid van zijn temperament ook buitengewoon scherp uiten, zowel in gesprekken als in hetgeen hij schreef* Hij was meermalen zeer