'Hij las in het Gouden Boek' 79
ingewikkelde economische leerstellingen en onweerlegbare conclusies. Als enig lichtpuntje in die duisternis van geleerdheid een korte opmerking: Engels had uit zijn persoonlijke inkomsten het gezin van Marx op de been gehouden.
Toen kwam het slot, voor ons de gelegenheid met de spreker van gedachten te wisselen. David had een vraag:
'In welke branche was Friedrich Engels werkzaam, dat hij zoveel geld verdiende om Marx te kunnen ondersteunen?'
'Textiel,' zei de geleerde inleider hatelijk.
Een paar dagen later bedankte David voor het lidmaatschap van de club. Ik geloof, dat de leider hem een stille wenk had gegeven. De economie is een moeilijke wetenschap.
Jongens als David behoefden echter niet te wanhopen. Er waren nog gebieden, waarop zij wel konden uitblinken. Het toneel bijvoorbeeld. Herman Heijermans had ons tot fanatieke theaterbezoekers gemaakt. Davids verstandelijke aanleg bleek eenzijdig ontwikkeld te zijn, want toneelstukken bleek hij te kunnen memoriseren, alsof hij alle rollen reeds duizend malen zelf had gespeeld. Hij gaf in zijn eentje een reprise van 'Allerzielen', te beginnen bij: 'Moet die pijp er helemaal aan?' tot aan het slot, wanneer Rita's zeeman ten tonele verschijnt. En hij kon de stem van Jan Musch beter imiteren dan Jan Musch zelf. En we werden ook ontdekkingsreizigers in de wereld van het toerisme. De jeugdorganisatie beperkte zich toch niet uitsluitend tot economie en politiek. Er werd een kamp georganiseerd in Zeist. Het eerste kamp, waarvan de jeugd rondom de Jodenbreestraat ooit gehoord heeft. Een kamp met tenten en strozakken. Zoiets had men nog nooit beleefd. Slapen in tenten, precies als de soldaten, maar vrijwillig.
De halve buurt stond aan het Weesperpoortstation, toen de groep vertrok. Er werd eerst een foto gemaakt. Die heb ik onlangs weer kunnen bekijken. De jongens dragen matelootjes, die we destijds 'ijswafels van een stuiver' noemden. De meisjes giechelen onder strooien hoeden met brede randen.
Wie nu door mijn oude buurt loopt, ontwaart overal bouwvallen. Flora, waar Leon Boedels speelde, is afgebrand. Het Grand Theater waar Heijermans speelde, is een ruïne. De Schouwburg in de Laan is aan een drukkerij verhuurd. Frascati is een bioscoop geworden. En de Holland-sche Schouwburg... De buurt is verlaten. De mensen zijn weg.