'Hoort Israël...' 51
Die artikelen zijn later in een boekje gebundeld, dat ik de titel gaf Joden in nood1.
Op een avond wandelde ik naar de Manegestraat om meneer Maandag een geschenkexemplaar aan te bieden. Per saldo was het toch ook wel een beetje zijn denkbeeld geweest, nietwaar? Hij bekeek de omslag. Las de titel en zei peinzend:
'Ik denk dat je een verkeerde keuze hebt gedaan. Joden in nood? Nee, dat is niet de juiste titel.'
'Wat had ik er volgens uw idee dan op moeten zetten?'
Hij dacht even na en zei langzaam:
'Hier kunt u lezen wat het getto aan de joden heeft misdreven.'
De jaren vergleden. Het werd 10 mei 1940. De gruwelen van de middeleeuwse Zwarte Dood waren kinderspel vergeleken bij de genoegens der Duitsers, dat volk van dichters, denkers, dieven en doodslagers.
Toen de blonde gorilla's meneer Maandag en zijn achterlijk zoontje en zijn zieke vrouw en David kwamen halen, David, die pas dokter was geworden - toen heeft meneer Maandag de ingang van zijn kelderwoninkje verschanst. Op zijn primitieve manier. De stoffige jampotjes met de wonderlijke brouwsels heeft hij uit het loodsje gehaald, en hij sloeg bleekpoeder in. Kilo's bleekpoeder en vele flessen zoutzuur. Bleekpoe-der in zinken emmers in het portaaltje en de flessen met zoutzuur ernaast. Als de antisemieten zouden komen, zou hij de zoutzuur op de bleekpoeder gieten. Dan kwam er geen vijand door. Hij kon het weten; hij had immers de natuurwetenschappen bestudeerd en de kunsten der oude alchemisten. Hij zou vechten als een moderne Maccabeeër. Dat was nu de synthese van de Talmud en de lessen van de abt Noliet in de praktijk.
De gorilla's schopten de emmers om. Ze hebben nooit geweten, dat zij aan de dood door vergiftiging met chloorgas zijn ontkomen. Ze sleepten het gezin de straat op. Meneer Maandag verzette zich. Hij werd neergeschoten.
'Hoort Israël...'
En hoe verging het de honderdduizenden, zoals hij, in Bedzyn, Lodz, Lwow, Krakau en in Warschau?
Mensen in de hele wereld, niet alleen de joden, kennen de heldensa-
1 Joden in nood, verschenen bij de N.V. Arbeiderspers in Amsterdam 1932