HOOFDSTUK I.
WERELD VOL ONRUST.
Het einde van de tweede wereldoorlog heeft ons alles gebracht, behalve de vrede.
Slechts weinig mensen zullen beweren, dat onze wereld tegenwoordig puik in orde is. Daar hapert nog heel wat aan!
Wat heeft die wereld sinds 1914 aan ons mensen geschonken? We zullen enkele van die twijfelachtige geschenken opsommen:
De eerste wereldoorlog van 1914—1918.
Schrikbarende werkloosheid met millioenen gezinnen op de rand van de honger.
De Hitler-onderdrukking.
Het schrikbewind van Mussolini.
De tweede wereldoorlog.
Nieuwe onzekerheden.
En nu opnieuw de dreiging van een wereldoorlog, die als hij onverhoopt uitbreekt, voor weerloze volkeren verschrikkelijker zal zijn dan de voorgaande.
Wij mensen, krijgen het warempel niet cadeau.
Het is waar, de mens van tegenwoordig leeft langer dan zijn grootouders. Maar in onze dagen gebeurt er in één mensenleven zo veel, dat het voor een normale sterveling soms wel een beetje te veel wordt.
Er zijn wel tijden geweest, dat het op de aardbol voor velen plezieriger leek. Maar schijn bedriegt. Het geheugen van de mens is kort. De ״goeie" ouwe tijd was niet voor iedereen „goed".
Lokkende verten.
Alle mensen, die na 1914 het levenslicht zagen, en vooral de jonge mensen onder ons, hebben in hun wezen iets van De Grote Onrust. Dat kan niet anders.
De grote onrust is een der ziekteverschijnselen van onze dagen. Deze onrust is niet hetzelfde als bewegelijkheid. Of als ondernemingslust. Of als drang naar daden;
De Grote Onrust van onze tijd is: het zich nergens thuis voelen. Het zich nooit zeker weten van wat de volgende seconde zal brengen. Onrust komt ook wel eens voort uit een gevoel van angst en vrees. Het is dan een op-de-vlucht-gaan voor zichzelf.
Men wil van het ene land naar het andere verhuizen. Men wil weg uit de vertrouwde omgeving van eigen dorp of stad en land. Men zoekt rusteloos naar ,,iets anders". En men weet zelf niet goed wat men eigenlijk zoekt.
Bij zeer velen wordt die ondergrond van onrust gevormd door een gevoel van teleurstelling.
Die teleurstelling is waarlijk niet zonder recht of grond.
. In de nacht der Duitse bezetting had men zich de bevrijding zo schoon voorgesteld.
Alles zou anders worden.
Nederland zou worden opgebouwd in een geest van vernieuwing. Wij zouden in een betere wereld dan vroeger, het onze bijdragen tot het geluk van alle volkeren.
Zo droomden, dachten, voelden, spraken en schreven velen.
9