Dat In de maatschappij gaandeweg verschillende socialistische vormen ontstaan.
Zo groeit de nieuwe maatschappy.
Dat alles hebben we gevonden.
De maatregelen, die het Plan aangeeft, sluiten aan bij de ontwikkeling der maatschappij.
Dat is de grote kracht van het Plan.
De maatregelen, die het aangeeft, zijn niet in een studeerkamer kunstig bedacht. Neen, ze zijn door knappe koppen, die de werkelijkheid steeds voor ogen hadden, ontworpen.
Hen heeft de gedachte geleid: de groei van de maatschappij gaat in de richting, die we aangeven.
Het Plan geeft dan aan hoe men bij die groei wil aansluiten.
Hoe de Partij van de Arbeid meent, dat deze groei kan worden bevorderd en versneld.
Laten we, wat we bedoelen, met een andere vergelijking nog eens uitleggen.
We zijn als het ware een bouwheer, een man, die aan een bouwmeester opdracht heeft gegeven een huis te ontwerpen.
Nu worden hem een stel tekeningen op tafel gelegd.
Tekeningen van onderdelen.
Van kamers.
Van gangen.
Tekeningen met bijzonderheden van ramen en deuren en wat niet al.
״Stop" zegt de bouwheer tot de bouwmeester, „voordat we verder gaan, wil ik eerst weten hoe het gehele gebouw er uit ziet. Wat zijn de hoofdtrekke n."
Op de hoofdzaken komt het (steeds) aan.
Die hoofdtrekken kunnen we nu ook herkennen in het Plan. Want ze volgen zonneklaar uit de ontleding van het kapitalisme.
De tekortkomingen van het kapitalisme moeten in een maatschappij met socialistische ordening verdwenen zijn.
En dus weten we wat de hoofdtrekken van het Plan zijn:
hoofdtrek nummer één: bestaanszekerheid bij een behoorlijk levenspeil en redelijke verdeling van het inkomen
hoofdtrek nummer twee: gelijke kansen tot het deelnemen aan het leven van de gemeenschap
hoofdtrek nummer drie: geen uitoefening van macht zonder de plicht daarvoor verantwoording af te leggen
hoofdtrek nummer vier: opbouw van een cultuur, die in de gemeenschap wortelt
hoofdtrek nummer vijf: opbouw van een geordende internationale gemeenschap.
Nu kunnen we dus verder gaan op onze tocht. Dat doen we in het volgende hoofdstuk: Hoofdstuk X: „Luilekkerland bestaat niet."
65