Zephyr keek me grimmig aan:
'Ik ben er beslist van overtuigd, dat de knul niet deugt.' Ik haalde de schouders op en zei schamper: 'Wees dan een kerel en heb de moed die knaap te laten oppakken. De bevoegdheid heb je. Op verdenking van spionnage kun je hem een paar dagen vasthouden. Maar ik zou me nog maar eens een nachtje bedenken voordat ik zoiets deed. Want als je hem weer moet loslaten, gaat zo'n vent natuurlijk kletsen en binnen een week ben jij dan de risé van Londen.' 'O ja ?' vroeg Zephyr ironisch, 'durf ik misschien niet ? Bedoel je te zeggen, dat ik die vent niet durf aan te pakken. Vanmiddag laat ik hem van kantoor halen, en dan gaat hij er aan.' Hij zei het zo ernstig, dat ik geen ogenblik twijfelde. De volgende dag trof ik Zephyr weer. 'Hoe staat het me je particuliere spion?'
'Ik heb hem gisteren vier uur in de tang gehad. Hij ontkent, natuurlijk ontkent hij. Hij heeft een hele toneelvoorstelling voor me opgevoerd. Hij de vaderlander; hij de Oranjeklant; hij in het hele Utrechtse bekend om zijn vaderlandsliefde; hij altijd in comité's voor dit-en-dat... 'meneer da Costa,' riep hij op een gegeven ogenblik uit, 'als mijn oude vader, die in de hemel is, wist, dat U mij voor een spion houdt... hij zou zich in zijn graf omdraaien.' En nog een hoop van die dramatische verhaaltjes meer. Ik heb hem ten slotte maar naar huis laten gaan.' 'Dus je geeft het op ?' vroeg ik. ,
'Ik denk er niet over op te geven,'zei Zephyr bits, 'die vent is een spion, daarvan ben ik overtuigd. Vanmiddag laat ik hem weer halen en intussen laat ik een huiszoeking bij hem doen. Ik weet zeker, dat hij gisteravond iets heeft weggestopt. Hij heeft de schrik te pakken.'
204