Jong en een stuk of wat vrinden de première bijgewoond van ״Merijntje Gijzen's Jeugd" gespeeld door amateurs in Hoogstraten in het hartje van Brabant. De verschillende scènes werden aan elkaar gepraat door een commentator, die vóór het gordijn stond. In de stevige tekst van A. M. kwam nog al eens het woord ״oerdriften" voor. Die commentator in Brabant had het echter voortdurend over ״hoer-driften". De bezoekers waren diep onder de indruk van de ernst, maar de gasten kregen maagkramp van het ingehouden lachen. Een paar maanden later bezocht ik een dorpje in Zeeuws Vlaanderen, het land, waar ze een h uitspreken als die er niet en hem verdonkeremanen als hij er wél staat. Het dialect klinkt in het begin een beetje vreemd, maar als je eenmaal de sleutel van de geheime taal kent, versta je alles.
Die avond was er op het dorp een toneeluitvoering, gespeeld door zeer verdienstelijke amateurs. Eigen teelt. In het stuk kwam de verontwaardigde vader in botsing met de deugniet, die de eer van zijn dochter had belaagd, en het ouderlijk gezag sprak toen de onsterfelijke woorden:
״Ontaarde schurk, kom je mijn dochter opeisen?"
68