familievader, die, ofschoon niemand het gelooft» probeert de indruk te wekken dat een ouwe bok nog wel eens een groen blaadje lust. Het ondeugende oude heertje uit de operette, maar dat is slechts schijn.
In de dagelijkse omgang is Van Staveren zeer ernstig, soms zelfs zwaarmoedig. Maar als een vraag hem dwingt met zijn ware aard voor de dag te komen, staat er plotseling een levenswijze man voor je, wiens glänzendste wijsheid is de uitspraak: Lach om narigheid, alles komt immers terecht.
Voorzitter Mr. H. (Han) Roelse is van een gans ander slag. Hij paart oer-degelijke Hollandse nuchterheid aan het merkwaardig soort humor, waarvan de Zeeuwen het geheim bezitten en dat ten eeuwige dage voor mij een mysterie zal blijven.
Roélse beoefent een zeer drukke advocatenpraktijk in Amsterdam. Hoe hij het klaar speelt nog altijd tijd uit te zuinigen voor het aether-forum begrijp ik eerlijk gezegd niet. Ik heb het stille vermoeden, dat hij het forum belangrijker acht dan zijn broodwinning. Hij stelt applaus boven zijn vrouw en kinderen. ״Was scheert mich Weib, was scheert mich
Kind
״Ich hege weit besseres Verlangen."
12